Rundveevoeding in de praktijk

Rantsoenensamenstelling en nutriëntengehaltes hebben een grote invloed op de gezondheid en productie van melkkoeien. Variatie in ruwvoer- en voerkwaliteit kan een grote invloed hebben op de prestatie. De kwaliteit en samenstelling van het rantsoen kan gebruikt worden om het productieniveau te beïnvloeden. Betere kennis van het effect van voeding tijdens de droogstand kan helpen om metabole problemen te verminderen en de gezondheid en vruchtbaarheid te verbeteren. Optimale gehaltes van fosfor en stikstof en kennis over het effect van voeding op methaanproductie helpen de milieu-impact van de zuivelproductie te verminderen.

Leerdoelen

  • Leren om theoretische en praktische nutritionele kennis toe te passen om de technische resultaten van rundvee te verbeteren.
  • Leren hoe kan worden voldaan aan de nutritionele behoefte van rundvee.
  • Leren welke rol voeding kan spelen in verschillende actuele thema’s zoals efficiëntie, (darm)gezondheid, milieu en dierenwelzijn.

Schothorst Feed Research kan presentaties verzorgen over diverse diervoeding gerelateerde onderwerpen. Een aantal van deze presentaties is weergegeven in onderstaande lijst. Uiteraard kunnen op verzoek onderwerpen aan deze lijst worden toegevoegd. Uit onderstaande lijst kunt u een programma voor uw training samenstellen. Graag helpen wij u bij het samenstellen van een passend programma voor uw gezelschap.


Modules die een halve dag duren

Onderstaande modules kunnen worden ingepland voor een halve dag. De lengte van de modules wordt in overleg vastgesteld. De inhoud van deze modules wordt afgestemd op het kennisniveau en de achtergrond van de deelnemers.

1. Voedermiddelen / krachtvoergrondstoffen

Het formuleren van diervoeders is complex. Er zijn veel verschillende grondstoffen beschikbaar welke verschillende nutritionele eigenschappen hebben. Waaraan kunnen verschillende grondstoffen herkend worden? Met welke aandachtspunten moet je rekening houden? Welke grondstoffen zijn het meest gangbaar? Bij lineaire programmering wordt geen rekening gehouden met veel typische kenmerken van grondstoffen, zodat het gebruik sterk afhangt van de kennis en vaardigheden van de voorlichter/nutritionist. Deze module brengt voederwaarde, voedermiddelkwaliteit en -veiligheid samen. Indien gewenst kan deze module ook diersoort overstijgend verzorgd worden.

2. Voederwaardering

De verschillende systemen van energie en eiwitwaardering worden nader toegelicht. Hierbij komen de beschikbaarheid op verschillende plaatsen van het maagdarmkanaal en de benutting door het dier aan de orde. Aan de hand van rekenvoorbeelden wordt het e.e.a. nader uitgewerkt. Schothorst Feed Research heeft voor haar klanten een eigen voederwaarderingsmodel ontwikkeld (het E-dairy model). Indien gewenst zal in deze presentatie ingegaan worden op de achtergrond en ontwikkeling van het E-dairy model. Ook worden verschillende voorbeelden van hoe voedermiddelen in dit systeem gewaardeerd worden toegelicht.

3. Sturing van melkproductie en gehalten

De samenstelling van de melk kan beïnvloed worden door veranderingen in het rantsoen aan te brengen. Verschillende eiwit- en energiebronnen kunnen bijvoorbeeld een zeer verschillende invloed hebben op het melkproductie of eiwit- en vetgehalte. Tijdens deze bijeenkomst wordt nader ingegaan op de mogelijkheden van de adviseur om verschillende parameters in de melk (lactose, eiwit, ureum, vet, vetzuurpatroon) te sturen.

4. Rantsoenberekening

De rantsoensamenstelling heeft een grote invloed op de voeropname, productie, gezondheid, vruchtbaarheid en levensduur van melkkoeien. Bij rantsoenoptimalisatie moet naast de nutritionele behoefte, voedermiddel kenmerken en -prijzen ook altijd rekening gehouden worden met de situatie waarin de voeders gevoerd worden. Tijdens deze module wordt aandacht besteed aan het maken van de rantsoenberekening. Daarnaast is er de mogelijkheid om casestudies te behandelen. Deze casestudy kunt u zelf indienen. Het wordt geadviseerd om deze module als afsluiting van de training in te plannen.


Korte modules

Onderstaande modules duren ongeveer 1,5 uur. Rekening houdend met pauzes en lunch kunnen er maximaal 4 modules per dag ingepland worden. Uiteraard wordt ook hier de inhoud afgestemd op het kennisniveau en de achtergrond van de deelnemers.

5. Anatomie en fysiologie maagdarmkanaal van het rund

Om te begrijpen hoe de nutriënten worden verteerd, is het belangrijk om te weten hoe het maagdarmkanaal werkt. Wat is de functie van het voormagen systeem, en welke bijzondere eigenschappen heeft de herkauwer ten opzichte van de éénmagige dieren waardoor vezelrijke voeders kunnen worden omgezet naar hoogwaardige voedingsmiddelen?

6. Opbouw voeders en vertering

De basiskennis met betrekking tot de eigenschappen van voedermiddelen die aan herkauwers gevoerd worden, wordt besproken. De chemische samenstelling van voedermiddelen komt aan de orde en er wordt een start gemaakt met de uitleg van de begrippen voederwaardering en benutting van voeders door de herkauwer.

7. Vergelijking van het E-dairy model met andere systemen

Het E-dairy model wordt vergeleken met de systemen uit de ons omringende landen. Naast energiewaardering (netto energie) zullen ook metaboliseerbaar eiwit (WDVE, PDI, AAT, nXP), aminozuren en structuurwaardering (E-structo, PSW, SW) besproken worden. Ook de grote lijn van verschillen met andere nieuw ontwikkelde systemen zal worden toegelicht (Systali, Norfor, CNCPS).

8. N en P voeding

De belangstelling voor de macromineralen die herkauwers opnemen is in de laatste jaren steeds groter geworden, aangezien een overschot aan mineralen zoals P en N bijdraagt aan milieuproblemen. In deze presentatie wordt nader ingegaan op deze mineralen en manieren om deze zo efficiënt mogelijk te benutten.

9. Voer- en water opname

Koeien nemen op verschillende momenten van de lactatie en onder verschillende omstandigheden niet altijd dezelfde hoeveelheid voer en water op. Bijvoorbeeld de kwaliteit van het water is van belang voor de opname. De voeropnamemodellen en factoren die opname van voer en water beïnvloeden worden besproken.

10. Ruwvoerproductie en kwaliteit

Er wordt aandacht besteed aan de wijze waarop ruwvoeders gewonnen, ingekuild en geconserveerd worden. Deze processen zijn van grote invloed op de voederwaarde die de ruwvoeders op later moment, tijdens het voeren hebben en hoe de voeders in een rantsoen ingepast kunnen worden. Aan de hand van de ruwvoeders en de analyses die bij deze voeders gemaakt zijn, wordt inzicht verkregen in de voederwaarde en de toepasbaarheid van de voeders.

11. Vitamines en mineralen

Naast energie en eiwitbronnen is het ook van belang om de juiste hoeveelheden aan vitamines en mineralen te verstrekken. Vitamines en mineralen hebben functies met betrekking tot bijvoorbeeld het immuunapparaat en de vruchtbaarheid. Er wordt ingegaan op de functies en de juiste toepassing van de vitamines en mineralen.

12. De MPR-gegevens en de wijze waarop deze benut kunnen worden

De meeste melkveehouders hebben data beschikbaar vanuit de Melk Productie Registratie. Deze MPR-gegevens kunnen heel veel vertellen over het functioneren van de koeien op het bedrijf. Daarom kunnen ze goed benut worden op de begeleiding op het bedrijf te optimaliseren. Op deze mogelijkheden wordt nader ingegaan.

13. Voeding in de transitieperiode

De periode waarin de koe droog staat vormt de basis voor een nieuwe lactatie. Tijdens de droogstand kan er heel veel goed gaan, maar kunnen ook heel veel problemen ontstaan. Wanneer rantsoen en management tijdens de droogstand niet kloppen, kan dat grote gevolgen hebben voor melkproductie in de nieuwe lactatie, maar ook voor allerlei ziektes, verminderde weerstand en een verminderde vruchtbaarheid. Er wordt ingegaan op SFR-adviezen m.b.t. de droogstand rantsoenen en het management.

14. Jongvee opfok

Het belang van een goede biestperiode en voeding voor en na het spenen op groei, gezondheid en latere productie als melkkoe wordt toegelicht.

15. Problemen als gevolg van voeding en voedingsmanagement

De achtergrond van (subacute) pensverzuring, dikke darm verzuring, verminderde weerstand en klauwproblemen wordt beschreven. De adviezen om deze problemen te voorkomen en/of verhelpen door aanpassing van management en voeding worden toegelicht.

16. Vruchtbaarheid

De invloed van voeding op vruchtbaarheid wordt hier besproken. De hormonale achtergrond van vruchtbaarheid passeert de revue. Welke nutriënten in het rantsoen zijn hierin van belang?

17. Technologische processen in de (meng)voer productie (verzorgd door een externe spreker)

In deze presentatie wordt een overzicht gegeven van de verschillende technologische processen die in de mengvoerindustrie worden toegepast.

18. Effect van technologie op voederwaarde van grondstoffen

De invloed van verschillende technologische behandelingen (malen, pletten, persen, expanderen, toasten, chemische behandelingen) op de voederwaarde van grondstoffen wordt beschreven. Door aangepaste voederwaardekenmerken kunnen specifieke effecten op productie- en gezondheidsparameters worden nagestreefd.

19. Mycotoxinen

Mycotoxinen zijn aanwezig in vrijwel alle voeders en grondstoffen en beïnvloeden het dier in negatieve zin. Het is daarom belangrijk te weten wat mycotoxinen zijn, waar ze voorkomen en hun belangrijkste effecten bij verschillende diersoorten. Preventie van mycotoxinen blijft echter een uitdaging. Wat kunnen we leren over de interacties van mycotoxinen met andere mycotoxinen, met diergeneesmiddelen, met voedermiddelen en zelfs met het microbioom van de gastheer?

20. Voermanagement tijdens hittestress

Gedurende een belangrijk deel van het jaar hebben ook melkkoeien in Nederland te maken met hittestress. In deze presentatie wordt ingegaan op de metabole aanpassingen van het dier gedurende hittestress en worden de verschillende voerstrategieën besproken waarmee de gevolgen van hittestress beperkt kunnen worden.

21. Rol van buffers in rantsoenen voor melkkoeien

Tijdens vertering in de pens en stofwisseling in de melkkoe is het van groot belang om het zuur base evenwicht te behouden. De rol van buffers en het belang voor een gezonde pensfermentatie en stofwisseling wordt in deze presentatie verder uit de doeken gedaan. Hierbij wordt ook ingegaan op de vertaling naar de bufferende werking van voedermiddelen en minerale buffers.

22. Voermaatregelen voor reductie van methaanproductie

Methaan is een belangrijk broeikasgas dat vooral wordt geproduceerd tijdens het verteringsproces bij herkauwers. In deze presentatie wordt ingegaan op de achtergrond van de methaanproductie en op de voermaatregelen die kunnen worden ingezet om methaanproductie te verminderen.

23. Voerstrategie voor verbetering voerefficiëntie en eiwitbenutting

In deze presentatie wordt ingegaan welke factoren van belang zijn voor voerefficiëntie en eiwitbenutting. Op basis van gegevens uit voederproeven van SFR zal aangegeven worden hoe deze parameters via rantsoen te beïnvloeden zijn en wat je op een melkveebedrijf er wel en niet mee kan. Tevens wordt ingegaan op de gevolgen van verlaging van eiwitgehalten in het rantsoen. Tot hoe ver kan je gaan voordat voeropname, melkproductie en/of gezondheid van de dieren in het gedrang komt?

24. Gisten in melkveerantsoenen

De toepassing van gisten in melkveerantsoenen kan helpen de gezondheid en productie efficiëntie van melkkoeien te verbeteren. Er is veel onderzoek over dit onderwerp gepubliceerd. In deze presentatie wordt een overzicht gegeven van de verschillende typen gisten die in de praktijk toegepast worden en de invloed van gisten op voeropname, melkproductie, voerefficiëntie. Als verklaring van deze effecten wordt ook ingegaan op specifieke effecten op verteringsparameters.

 

Maak kennis met de trainers

Matthias

Matthias Schilde

Marije

Marije Winia-van Tol

Ivonne

Ivonne Kok

Anne G

Anne Guadagnin